Logo voorzieningen.nl
HomeAlimentatiebureau: inning bijdragenAlimentatie in het buitenland
Zoom:

Alimentatie in het buitenland

Doel

Als ouders of partners uit elkaar gaan, spreken zij af wie van hen voor het kind of de kinderen gaat zorgen. Ook maken zij financiƫle afspraken, veelal rond de verzorging van het kind/de kinderen, maar soms ook over het onderhoud van de partner. Gewoonlijk stelt de rechter op hun verzoek deze kinder- en/of partneralimentatie vast. De betaling van de bijdragen regelen zij onderling. Brengt de betaling van de bijdrage problemen met zich en woont de betalingsplichtige ouder of partner in het buitenland, dan kan het LBIO de inning verzorgen.

Toelichting

Het LBIO is een overheidsinstelling en verricht wettelijke taken op het gebied van de inning van alimentatie. De bedoeling van de wetgever is dat partijen onderling de betalingen van alimentatie regelen. Daarom probeert het LBIO (na een ontvangen inningsverzoek) eerst door een korte bemiddeling inning (met vaak hoge kosten) te voorkomen. Het LBIO slaagt hier in 75% van de gevallen in en er worden dan geen kosten in rekening gebracht. Als de alimentatieplichtige niet betaalt, neemt het LBIO de inning over. In dat geval worden wel kosten bij hem of haar in rekening gebracht. Voor de alimentatiegerechtigde is de dienstverlening van het LBIO kosteloos.

Het LBIO geeft ook informatie aan burgers die (nog) geen klant zijn bij het LBIO.

Meer informatie





Locatie (-s) waar u terecht kunt:

Verdrag van New York
Telnr.: 010-2894895

Doelgroep

  • van 18 tot en met 18 jaar


Laatste wijziging: 08-10-2024 20:01:02

Alimentatiebureau: inning bijdragen

Postadres:
Postbus 8901
3009 AX Rotterdam

Telefoonnummer: 010-2894890

Telefoonnummer: 010-2894880

E-mailadres: alimentatie@lbio.nl

Website: www.lbio.nl


Doelstelling of kernactiviteit:
Het LBIO voert in opdracht van de minister van Justitie en Veiligheid inningstaken uit op het gebied van wettelijke onderhoudsbijdragen. De kerntaak van het LBIO ligt in het innen van alimentatiebijdragen. De basis voor de uitoefening van deze taken ligt in het Burgerlijk Wetboek.